maandag 15 september 2008

Verantwoord consumeren

Ik heb een zware week achter de rug, dat kan ik je wel zeggen. Het begon allemaal maandag, in de supermarkt. Geconcentreerd scharrelde ik tussen de groenten, op zoek naar een mooi stuk courgette die de peen, tomaat en ui zou kunnen vergezellen in de vers te maken bolognesesaus die avond. Aan de overkant van de groenteberg stond een dame geconcentreerd te lezen in een boekje, af en toe kordaat knikkend en verontwaardigd schuddend naar de verse wereld die voor haar uitgestald lag. 'Lezen in de supermarkt', dacht ik, 'wat grappig!'. Ik was me nog onbewust van het vernietigende effect van dat boekje op mijn week. Mijn ogen volgden onschuldig mijn nieuwsgierigheid. De titel las Fairfood Pocket Guide. Hmm? Maar het was te laat om slechts met deze kennis weg te komen. De dame kruiste mijn blik en rondde kaap fruit in enkele seconden, slagvaardig als een zendelingsschip. Ik stond nu klem tussen een kar met kind en boodschappen, de groentetafel en de dame met haar nu overduidelijke bijbel.

'Wat heef u daar in uw mandje liggen?' Het klonk ergens als een vraag, maar sterker als een opdracht. Ik dacht het naderende gevaar met stilte af te kunnen houden. Helaas. 'Die wijn is No Buy, hoor?!' Nobaai? Ik leerde in de daaropvolgende minuten over Fairfood, voedingsproducten waarvan was bewezen dat ze verantwoord worden geproduceerd, in dit geval zonder gebruik te maken van kinderarbeid. Duurzame productie die wereldwijde armoede en honger tegengaat. Wie wil dat niet? Om de onwetende consument verkeerde beslissingen te besparen, heeft Fairfood een boekje gemaakt die het supermarktaanbod indeelt in Buy, In Between en No Buy. Het aandeel geteste producten is nog summier, heel veel staat daarom nog op No Buy. Eén voor één gingen de broodnodige ingrediënten voor komend avondeten, ontbijt en lunch terug naar hun onverantwoorde makkers op de stelling. Trots werd ik, de verse volgeling, na 17 intensieve winkelminuten losgelaten bij de kassa om mijn nu Fairfood proof boodschappenmandje af te rekenen.

Thuis had ik wel wat uit te leggen. Geen courgette, peen en ui, geen bolognesesaus. Nadat ik onze hele kastvoorraad door de Fairfood-Pocket-Guide-scan had gehaald en de vuilniszakken met eten in de afvalcontainer had gedumpt, konden we eindelijk verantwoord aan onze ongesmeerde crackers als avondmaaltijd beginnen. Je moet er wat voor over hebben. De rest van de week besloot ik verantwoord consumeren volledig in ons leven in te voeren. Eerst ging Mariska's make up de prullenbak in, daarna veel van onze kleding en schoenen, het beddegoed en uiteindelijk ook vrijwel alle meubels. Nu ik wist wat verantwoord was en niet, kon ik het laatste niet langer steunen. Ik twijfelde voortdurend over de eerlijkheid van vanalles.

Dat niet-weten was het hekele punt in mijn kruistocht. Wat ik nog niet wist, moest ik gaan uitzoeken! Urenlang zat ik op internet (gelukkig hadden we al groene stroom...) en las over chocolade zonder slavenhandel, meubels van gerecyclede regenwouden, eerlijke energie, biologische broodbakkers en milieucampings. Aan het eind van de week had ik een appelboom en een kip geadopteerd voor een leven lang scharreleieren en biologische appels en was ons aankomende romantische hotel-weekendje-weg-voor-twee omgeboekt tot twee dagen leefomgevingsonderhoud en beverknuffelen in de Biesbosch. Helaas voor de Postcodeloterij moest ik tevens dat abonnement en daarmee steun aan vele goede doelen opzeggen, want daar zat Greenpeace tussen en die rakkers hadden onlangs iets onverantwoords gedaan met betonblokken storten in zee. Mijn onwetendheid hieromtrent werd gelukkig in kennis omgezet door mijn speciale sensible-consuming-agent die heel internet afstroop op onverantwoord nieuws en dat in mijn e-mailbox dumpte. Ik was blij dat ik dertig jaar niet gerookt had.

Gisteravond, verzwakt door een week verantwoord consumeren, nam ik de balans op. Er bleef wel heel weinig over te consumeren als het alleen eerlijk mocht. Mijn idealisme streed met de gedachte de categorie In-Between toe te laten in mijn leven, slappeling die ik was. Het probleem was nu het weten. Zodra ik lucht kreeg van de onverantwoordheid van een produkt, kwam het er niet meer in bij mij. Al dat weten had me 3 kilo, uren slaap en mijn altijd glimlach gekost.

Met weemoed dacht ik terug aan de recente reis door Zuid-Amerika (vliegkilometers zéker wel CO2 geneutraliseerd middels een storting via internet). De honderden keren dat we daar een volledig dubieus restaurantje instapten en alles zonder vragen naar binnen stopten. We vroegen niet waar ons eten vandaan kwam en of het verantwoord was geproduceerd. Meestal konden we vertrouwen op gezond gokken. Koeien in Argentinië woonden in een veel te groot Patagonië waar ze nog eerder aan eenzaamheid zouden sterven dan aan ruimtegebrek in een fokstal, hoopten we. Kippen in Bolivia liepen altijd en overal broodmager los rond op zoek naar kruimels, hoezo volgepropt met maïspulp? In de andere gevallen troostten we ons met de gedachte dat navragen toch niet zou helpen. De fair-systemen stonden daar in de kinderschoenen, iedereen kon beweren wat hem of haar het beste uitkwam. Dan maar zelf oplossen. De tientallen toeristentourtjes waarbij niemand wist of de lokale dragers, gidsen, chauffeurs en gastgezinnen wel voldoende loon kregen? We gaven ze gewoon allemaal een vette fooi. Klaar.

Opnieuw geïnspireerd had ik de oplossing. Verantwoord-onwetend-zijn. Ik heb meteen heel onverantwoord mijn Fairfood Pocket Guide verbrand. Morgen eten we verse bolognesesaus!